Renault Mégane Coupé 1.6 16V Sport. Youngtimer met perspectief – Oldtimers in Auto Motor Klassiek (2023)

In oktober 1995 startte Renault met de productie van de nieuwe Mégane. Hij volgde de succesvolle R19 lijn op en werd in de loop van de tijd bijvoorbeeld als sedan (Classic), als Cabriolet, als Scenic en (later, vanaf 1999) als Break/GrandTour leverbaar. De Mégane debuteerde echter als hatchback en als coupé. En met die laatste reden wij: een heel fijne 1.6 16V Sport uit de eerste faceliftserie. Deze kreeg onder meer een gewijzigd front en een andere binnen uitrusting.

Eigenaar Marco van Rangelrooij benaderde ons en vroeg zich af of deze auto “eigenlijk niet wat te jong was” voor een reportage of een verslag in Auto Motor Klassiek. Een begrijpelijke vraag, want de coupé zit nog behoorlijk vers in het collectieve geheugen gegrift. En toch: hoe vaak kom je nog een Renault Mégane Coupé tegen? Niet eens zo heel vaak meer en al helemaal niet in de staat waarin de auto van Marco in 2000 nieuw in Nederland werd geleverd. Want menig coupeetje (vaak in geel of in rood) werd door enthousiaste beginnende automobilisten naar de eeuwige jachtvelden gereden. Dat is bij de auto van Marco gelukkig niet het geval. Op een paar kleine puntjes na is de Renault nóg als nieuw, en de tellerstand is haast maagdelijk met 55.000 kilometers. Hier hebben we dus een vrij uniek exemplaar in mooi en gedistingeerd lichtgrijs te pakken.

Coupé van zijn tijd

Dit is een coupé van zijn tijd, en zo rijdt hij ook. Wie een straf geveerd en dito gedempt onderstel verwacht komt bij deze Renault bedrogen uit. Het onderstel van deze Mégane werkt gedecideerd, zonder de aansluiting met de comfortabele afstemming te verliezen. Dat beeld wordt versterkt door de eveneens behaaglijke zit. De besturing communiceert uitstekend, de transmissie werkt prettig. En dat geldt ook voor de prima reminstallatie met ABS, geventileerde schijven vóór en trommels achter. De zaak voelt aan boord prima en vertrouwenwekkend aan. Ook in de uitrusting komt dat aardig terug, maar een USB-poortje en een airco ontbreken wél. Was ook nog geen gemeengoed in 2000. Deze versie kreeg wél heel mooi lichtmetaal, witte wijzerplaten, stoere mistlampen en sportievere stoelen. Daarnaast geeft de standaard audio installatie een mooie sound, en vormen de elektrische uitstelbare achterraampjes bijzondere gadgets. Ook de spiegels en de portierruiten laten zich elektrisch bedienen. Het met leer beklede stuur draagt een airbag. Daarnaast zijn er zij-airbags en staat ook voor de bijrijder een airbag in het dashboard paraat.

2 + 2 met praktisch gebruiksgemak

Deze Renault is een 2 + 2 die vooral voor twee personen voldoende praktische ruimte biedt om het nodige mee te nemen. De mogelijkheden achterin zijn variabel, want de gedeelde zittingen achter zijn inklapbaar. Wanneer het meubilair achterin in de natuurlijke houding staat volstaat de ruimte achterin alleen voor twee kleinere personen, Voorin zitten ook lange mensen goed, hoewel de afstand tussen het hoofd en het dak niet overhoudt. Dat is heel eenvoudig op te lossen door de stoelen iets anders in te stellen. Dat maakt voor de zitpositie weinig verschil. Het zegt veel over de kwaliteit en de steun die de uitstekende sportstoelen (inclusief lendensteun en hoogteverstelling) in deze Renault bieden.

Stabiel en comfortabel weggedrag

Terug naar de rijeigenschappen en de prestatieve karakteristiek. Deze coupé rijdt- in tegenstelling tot de veel steviger geveerde Mégane coupé van twee generaties later- heel fijn en volwassen. De auto ligt stabiel op de weg, en het al genoemde demping- en veringgedrag is smeuïg en vertrouwenwekkend. Je voelt continu een mooi ingekaderd comfort dat van deze Renault een uitermate fijne auto maakt om mee onderweg te zijn. Ook de motorkarakteristiek verdient alle lof. Ondanks de zestien kleppen techniek en de afwezigheid van een turbo pakt de motor al prettig vroeg zijn koppel op. Dat wordt over een tamelijk breed bereik uitgesmeerd. Dat is bij een aantal andere atmosferische viercilinder motoren met zestienkleppentechniek wezenlijk anders, dan wordt je regelmatig geconfronteerd met weinig trekkracht onderin.

Mooi koppel, over breed bereik beschikbaar

De 1.6 16V is in deze Sportuitvoering goed voor 110 DIN-pk. De koppelpiek van deze K4M motor is 148 Nm en ligt op 3.750 toeren. Maar reeds vóór 1.500 toeren per minuut staat je al een koppel van 100 Nm ter beschikking. De krachtbron pakt dus vroeg op en toont in alle verzetten lekker veel trekkracht en souplesse. Bovendien laten de versnellingen van de vijfbak een prachtige overlap zien. De combinatie met het prettig communicatieve rijcomfort en de fijne motor maakt van deze Fransman een heel fijne en soepele toerauto. Je rijdt er fluitend mee naar de Alpen en verder, heel veel verder. En voor wie een stukje ongelimiteerd snel wil rijden: de top van de Mégane ligt op 198 kilometer per uur. De acceleratie van 0-100 kilometer per uur? Rond tien seconden ben je zover. Pittig rijden kan dus met deze Coupé 1.6 16V, maar het allround karakter maakt een rustige toerkarakteristiek ook mogelijk. Bovendien is dan de kans ook groter dat je het opgegeven gemiddelde verbruik van 1 op 14.5 haalt.

Comfortabele allrounder

Bovendien is deze Renault Mégane Coupé comfortabeler dan menighedendaagse auto uit het B- en C-segment. In combinatie met de 1.6 16V motor is dit een meer dan fijne allround coupé. Hij is uitstekend dagelijks inzetbaar, presteert voortreffelijk en toont een karakter dat afrekent met de hedendaagse hang naar dynamiek en scherp stuurgedrag. In combinatie met de eigenwijze vormgeving en de ingetreden zeldzaamheid maakt juist die wetenschap van deze fijne Renault Mégane Coupé een witte raaf in youngtimerland. Zeker als zeldzame Sport is deze coupé een candidat inattendu met veel perspectief.

Fotografie: © Bart Spijker